Wat is de norm EN 81-28?
De norm EN 81-28 is een geharmoniseerde standaard die het verplichte telealarm- en communicatiesysteem in liften vastlegt. Ze maakt deel uit van een reeks normen die de veiligheidsregels bepalen voor de fabricage en installatie van liften binnen de Europese Unie (EN 81).
De norm EN 81-28 legt de technische specificaties vast voor het communicatiesysteem en de vraag om hulp in geval van een panne of een onverwachte stilstand van een lift.
Deze norm, die oorspronkelijk in 2003 werd gepubliceerd, werd in 2022 bijgewerkt om rekening te houden met technologische ontwikkelingen, met name de overgang naar IP- en mobiele netwerken (GSM/4G) en de verbetering van toestellen voor bewaking op afstand.
Op wie is de norm EN 81-28 van toepassing?
De norm EN 81-28 geldt voor alle liften die personen, maar ook lasten vervoeren. Fabrikanten en onderhoudsbedrijven zijn verplicht te zorgen voor een correct functioneren van de telealarm- en communicatiesystemen bij een panne.
Om te voldoen aan de geldende regelgeving moet de fabrikant liften ontwerpen en produceren die conform zijn aan de norm EN 81-28, met een bidirectioneel communicatiesysteem dat aan de technische vereisten voldoet. De eigenaar, verhuurder of beheerder van een gebouw is op zijn beurt verplicht erop toe te zien dat elke lift die in gebruik is, is uitgerust met een werkend telealarmsysteem, dat onderhouden wordt en verbonden is met een alarmcentrale.
Wat zijn de vereisten van de norm EN 81-28?
De norm EN 81-28 legt de volgende vereisten op voor alle nieuw geïnstalleerde liften én bestaande liften:
- Een bidirectioneel communicatiesysteem: bij een panne of storing van de lift moeten de inzittenden met de operator kunnen spreken en hem kunnen horen zodra het telealarm wordt geactiveerd.
- Een verbinding met een interventiecentrum: de communicatie moet terechtkomen bij een interventiecentrum dat instaat voor de behandeling van de oproepen.
- Duidelijke pictogrammen: om slechthorenden te laten weten dat er communicatie plaatsvindt tijdens een panne of blokkering, moet het telealarm van een lift een geel belletje (oproep aan de gang) en een groen profiel van een persoon (communicatie aan de gang) weergeven.
- Noodstroomvoorziening: zelfs bij een stroomonderbreking moet het telealarm van de lift minstens één uur autonomie in stand-by en 15 minuten tijdens een actieve communicatie garanderen.
- Een controle om de drie dagen: het telealarm moet regelmatig een test uitvoeren om de goede werking van alle onderdelen (microfoon, luidspreker, visuele signalen, batterij, netwerk, …) na te gaan.
- Een unieke identificatie: de operatoren en techniekers die instaan voor de interventie bij een panne moeten elke lift op een unieke manier kunnen identificeren.
Wat zijn de risico’s bij niet-naleving?
Het doel van de invoering van de norm EN 81-28 is om in alle omstandigheden communicatie te garanderen tussen de vastzittende personen en het interventieteam. Het systeem moet 24 uur op 24 beschikbaar zijn. Elke niet-naleving van de technische vereisten, van welke aard dan ook, kan de doeltreffendheid van deze vitale communicatie in gevaar brengen.
In geval van niet-conformiteit kan de lift tijdelijk buiten gebruik worden gesteld door de erkende controle-instantie, totdat de installatie aan de normen voldoet. De eigenaar, beheerder of syndicus van de installatie riskeert administratieve sancties of zelfs boetes op grond van het Koninklijk Besluit van 9 maart 2003 betreffende de veiligheid van liften en de wijzigingsbesluiten daarvan.
Hoe voldoen aan de norm EN 81-28?
Indien u als eigenaar, verhuurder of syndicus niet op de hoogte bent van de staat van het telealarmsysteem in het gebouw waarvoor u verantwoordelijk bent, is het essentieel om een technische dienstverlener in te schakelen die de installatie kan auditen en vervolgens een passende technische oplossing kan voorstellen. Deze oplossing kan variëren van een eenvoudige update van enkele onderdelen tot de volledige vervanging of installatie van het systeem.
Een conformering is niet alleen een antwoord op wettelijke en technische verplichtingen, maar ook een investering in maximale veiligheid en vertrouwen bij het dagelijks gebruik van de lift.